Cellen communiceren met biofotonen

Cellen communiceren met biofotonen

Een decennium geleden kreeg je het predicaat “kwakzalverij” wanneer je het woord Biofotonen in de mond nam, maar nu gaan steeds meer onderzoekers om. Cellen baden in zeer zwak licht. Vormt licht een sleutel voor het geheim van het leven?

Inmiddels heeft onze welbekende deeltjesversneller aangetoond dat deeltjes zelfs sneller kunnen verplaatsen dan het licht en dat hier heel veel energie voor nodig is. Dit bewijs zal onze huidige natuurkundige (relativiteits-) theorien gaan veranderen en ons denken gaan beïnvloeden. Want iets dat sneller gaat dan het licht, kan je niet meer zien. Zo is het licht van de sterren die wij zien al jaren oud op het moment dat wij dit zien. Iets dat sneller gaat dan het licht, verdwijnt voor onze ogen. Wanneer we het niet meer zien, moet het volgens ons huidige denkkader in het verleden zijn. In werkelijkheid kan dit betekenen dat we informatie naar het verleden kunnen sturen, vermoedt Jeff Forshaw, professor in deeltjesfysica aan de Britse Manchester Universiteit.

De raadselachtige biofotonen

Tot nu toe is het hoe en waarom van biofotonen een knagend raadsel. Biofotonen zijn lichtdeeltjes met een energie in het zichtbare of ultraviolette deel van het spectrum die door levende cellen worden afgegeven (niet te verwarren met bioluminescentie door speciale lichtgevende eiwitten in onder meer bepaalde bacteriën).

Controversiele theorie

Biofotonen zijn uiterst zwakke ultraviolette lichtdeeltjes. Het is een energie die iedere levende cel uitstraalt. Het idee is dat celcommunicatie plaats vindt via licht. Tot nu toe was deze theorie controversieel, omdat het onduidelijk was hoe biofotonen vrij komen.

Regelmatige signalen

Nieuw bewijs lijkt de verguisde, vroege pioniers van de biofotonica nu toch gelijk te geven. Wetenschappers denken deze vraag nu te kunnen beantwoorden door het volgende;

Bij biochemische processen komt energie vrij, een trilling die naar het celoppervlak geleid wordt en daar als licht vrijkomt.

Sergei Mayburov van het Lebedev Instituut voor Natuurkunde in Moskou bracht vele uren in het lab door waarbij hij in het donker de patronen met biofotonen vastlegde die visseneieren bij deling uitzenden. Hij probeerde vast te stellen of er een regelmatige structuur is te vinden in de stroom van fotonen. Deze blijkt er te zijn.

Pulscommunicatie tussen cellen?

De biofotonsignalen die Mayburov vastlegde, bestaan uit korte quasiperiodieke uitbarstingen. Deze lijken veel weg te hebben van de signalen die technici gebruiken om binaire data over een kanaal vol met ruis te sturen, wat verklaart waarom cellen deze zeer zwakke signalen in een omgeving vol stoorlicht toch kunnen waarnemen.

Aura’s bestaan

Kloppen deze waarnemingen, dan kan dit een aantal uiterst hardnekkige raadsels oplossen. Zo lijken biofotonen van een groeiende plant de celdelingssnelheid in andere planten met dertig procent toe te laten nemen. Deze verhoging in groeisnelheid is veel hoger dan met normaal licht te bereiken is. Uit andere experimenten blijkt een vergelijkbaar effect op te treden bij zich ontwikkelende eieren: biofotonen van zich ontwikkelende eieren blijken andere eieren in een vergelijkbaar ontwikkelingsstadium te stimuleren. Dit effect heeft ook een keerzijde. Biofotonen van eieren in een later ontwikkelingsstadium blijken de ontwikkeling van jongere eieren af te remmen of zelfs helemaal stil te leggen. Meer informatie in [2].

Nog veel openstaande vragen

Nu we weten dat biofotonen inderdaad een plausibel mechanisme vormen om signalen over te dragen, weten we nog steeds niet hoe dit mechanisme precies werkt. Het zenden is duidelijk, maar hoe gaat de ontvangst in zijn werk en hoe beïnvloedt deze de levensprocessen?

Het evolutionaire voordeel lijkt duidelijk. Hiermee worden groeiprocessen geharmoniseerd en gecoördineerd, waardoor het organisme optimaal groeit.

Consequenties van deze ontdekking

Het zou heel goed kunnen dat alle leven zoals we dat kennen door een web van biofotonische communicatie is verbonden. Dit zou een compleet nieuwe onderzoeksrichting vormen.

Eerder als kwakzalverij afgedane alternatieve behandelswijzen die lichaamscontact of contact tussen patiënt en levend dier of plant inhouden, kunnen niet meer zonder meer als onzin afgedaan worden. Er is nu namelijk een valide fysisch mechanisme bekend waardoor deze alternatieve behandelingen kunnen werken. Grondig empirisch onderzoek moet hier kaf van het koren scheiden.

Als we de code van biofotonen kunnen kraken, zouden we hiermee mogelijk de groei van kankergezwellen kunnen stoppen of de groei van landbouwgewassen of celdeling in een beschadigd deel van het lichaam kunnen versterken.

Voor welke klachten?

Bronnen